Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [22]Een man van [kwade] tong zal op de aarde niet bevestigd worden; [23]een boos man des gewelds, dien [24]zal men jagen, [25]totdat hij geheel verdreven is. 22. Dat is, een kwaadspreker of snapper, die zijne tong tot zijn wil heeft, die gebruikende en misbruikende naar zijn welgevallen. Alzo staat er Zie de aantekening bij Job 11:2, een man der lippen. bij Ex.4:10, een man der woorden; bij Job 22:8, een man der wapenen. 23. Anders: een man des gewelds is boos. 24. Dat is, hij zal eindelijk door zijn eigen boosheid en kwade daden in het verdriet callen, gelijk een wild dat gejaagd wordt, nadat hij hier en daar gelopen heeft, eindelijk ten verderve komt. 25. Hebr. tot nederstotingen, of verdrijvingen.